Het was in het allerholst van den nacht en twee grote volle maanvissen keken ons verwijtend aan.
‘Hoe hard d(r)iven wij nu?’ vroeg ik.
‘Zesennegentig,’ zei Adriaan en draaide achteloos het stuur drie keer rond.
‘Wáár d(r)iven)wij nu?’ vroeg ik.
‘Op 't IJ,’ zei Adriaan.
‘Amsterdam is een prachtig oud stadje,’ zei ik. ‘Het bezit een fraai nieuw muziektheater, met een monumentaal terras.’
‘Nee,’ zei ik, toen het lawaai had opgehouden, ‘het bezat een fraai muziektheater. Kijk nu toch eens wat je gedaan hebt! Je kunt toch niet met een auto dit monumentale terras op!’
(Vrij naar Leonard Huizinga, Adriaan & Olivier)
____________________