Surfing
And suddenly, out there where a big smoker lifts skyward, rising like a sea-god from out of the welter of spume and churning white, on the giddy, toppling, overhanging and downfalling, precarious crest appears the dark head of a man. Swiftly he rises through the rushing white. His black shoulders, his chest, his loins, his limbs--all is abruptly projected on one's vision. Where but the moment before was only the wide desolation and invincible roar, is now a man, erect, full-statured, not struggling frantically in that wild movement, not buried and crushed and buffeted by those mighty monsters, but standing above them all, calm and superb, poised on the giddy summit, his feet buried in the churning foam, the salt smoke rising to his knees, and all the rest of him in the free air and flashing sunlight, and he is flying through the air, flying forward, flying fast as the surge on which he stands. He is a Mercury--a brown Mercury. His heels are winged, and in them is the swiftness of the sea. In truth, from out of the sea he has leaped upon the back of the sea, and he is riding the sea that roars and bellows and cannot shake him from its back. But no frantic outreaching and balancing is his. He is impassive, motionless as a statue carved suddenly by some miracle out of the sea's depth from which he rose. And straight on toward shore he flies on his winged heels and the white crest of the breaker. There is a wild burst of foam, a long tumultuous rushing sound as the breaker falls futile and spent on the beach at your feet; and there, at your feet steps calmly ashore a Kanaka, burnt, golden and brown by the tropic sun. Several minutes ago he was a speck a quarter of a mile away. He has "bitted the bull-mouthed breaker" and ridden it in, and the pride in the feat shows in the carriage of his magnificent body as he glances for a moment carelessly at you who sit in the shade of the shore. He is a Kanaka--and more, he is a man, a member of the kingly species that has mastered matter and the brutes and lorded it over creation.
(Jack London, The cruise of the Snark)
___________________
20080131
Zeekoorts
Ik moet weer op zee gaan, een goed schip en in 't verschiet
Een ster om op aan te sturen, anders verlang ik niet.
Het rukken van 't wiel, 't gekraak van het hout, het zeil ertegen,
Als de dag aanbreekt over grauwe zee, door een mist van regen.
Want de roep van de rollende branding, brekende op de kust,
Dreunt diep in het land in mijn oren en laat mij nergens rust,
't Is stil hier, 'k verlang een stormdag, met witte jagende wolken
En hoogopspattend schuim en meeuwen om kronk'lende kolken.
Ik ben een gedoemde zwerver, waar moet ik anders heen?
Maar gelaten door de wind gaan, weg uit de stad van steen.
Geen vrouw, geen haard verwacht mij. Ik blijf ook liever zonder.
'k Heb genoeg aan een pijp op wacht en een glas in 't vooronder.
J. Slauerhoff
(op de foto de achttienjarige Jack Schultz, die in 1949 de Andes beklom, in een eigenhandig uitgehakte kano de Amazone afzakte, deze tot zeilboot ombouwde en naar Florida voer. Het schip heette: Sea Fever.)
____________________
20071212
Blauwalgreactor
De algenreactor van Shell op Hawaï beheerste het nieuws, maar diep in de provincie zijn grotere dingen gaande. Ziehier een foto van de gloednieuwe blauwalgreactor te Piaam (Frl.), een initiatief van Gazprom, Nuon, de Chinese automobielindustrie en de gemeente Wonseradeel.
De reactor gaat gebruik maken van de jaarlijkse blauwalgexplosie in het geëutrofieerde IJsselmeer.
Middels een snelle kweekmethode zal de blauwalg goed zijn voor enkele miljarden tonnen biodiesel per jaar, waardoor het Chinese wagenpark zal kunnen doorgroeien tot zeshonderd miljoen stuks in 2025, aldus PR manager Chèr Nobilia van Gazprom.
____________________
2700 liter water voor een katoentje
De Universiteit Twente heeft berekend dat één katoenen t-shirtje 2700 liter water kost. Op de foto ziet u een vissersboot op de (voormalige) Aralzee, die grotendeels is opgedroogd dankzij de katoenteelt. Denk daar maar eens rustig over na tijdens uw troostgevende bakkie leut van 25 centiliter, dat volgens hetzelfde rapport 140 liter water heeft gekost.
____________________
De Afsluitdijk moet worden opgeblazen. Hij brengt ongeluk. Zoals de vleugelslag van een vlinder een orkaan kan veroorzaken, zo zijn de crisisjaren, de Duitse bezetting, de watersnoodramp, de linkse diktatuur van de jaren zestig en zeventig, de neoliberale terreur van de jaren tachtig en negentig en de godsdiensttwisten van deze eeuw een rechtstreeks gevolg van dit waterbouwkundige wangedrocht. Vóór het rampjaar 1932 beleefde Nederland een wetenschappelijke Gouden Eeuw waarin het Nobelprijzen regende, daarna is het zienderogen bergafwaarts gegaan met het onderwijs. We hadden al minstens driemaal voetbalwereldkampioen moeten zijn, in plaats daarvan blinken we slechts uit in dwergsporten als hockey en schaatsen. En waarom denkt u dat we Ons Inje benevens onze toonaangevende positie op de wereldzeeën hebben verloren? Inderdaad, dankzij het basalten misbaksel dat Afsluitdijk heet.
De Afsluitdijk moet worden opgeblazen. Vinden ook paling, zeester en bruinvis plus alle vogelsoorten die fourageren in getijdegebieden.
De Afsluitdijk moet worden opgeblazen. Het IJsselmeer is een zompige zoetwatervijver. Ik houd van Holland, landje aan de Zuiderzee.
____________________
20071204
Groet aan August Willemsen
Hoe dikwijls kus ik je portret.
Daarginds waar jij nu bent (ik weet niet waar, maar het is God)
Daar voel je het, ik weet dat je het voelt, en mijn kussen zijn warmer (die ik mensen geef)
En zo wil jij ze hebben, ouwe jongen, en je bedankt me van daarginds,
Dat weet ik zeker, er is íets wat het me zegt, een streling in de geest,
Een abstracte, indirecte erectie in de ziel.
Quantas vezes eu beijo o teu retrato.
Là onde estás agora (não sei onde é mas é Deus)
Sentes isto, sei que o sentes, e os meus beijos são mais quentes (em gente)
E tu assim é que os queres, meu velho, e agradaces de lá,
Sei-o bem, qualquer coisa mo diz, um agrado no meu espírito,
Uma erecçao abstracta e indirecta no fundo da minha alma.
(Fernando Pessoa, Groet aan Walt Whitman.)
Vertaling: August Willemsen † 29 november 2007
____________________
20071127
De Japanse keizer Akihito is marien bioloog. In 1960, zo las ik vandaag in de NRC, nam hij de blauwkeelzonnebaars mee als relatiegeschenk uit de VS, omdat hij dacht dat deze zoetwatervis zijn landgenoten goed zou smaken. Hij liet hem onder andere uitzetten in het Biwameer ten noordoosten van Kyoto (zie foto), een van de oudste meren ter wereld, waarin meer dan vijftig unieke vissoorten rondzwemmen.
Welnu, de kieskeurige Japanners bliefden de exoot niet, maar andersom liet de Amerikaan zich de exquise Biwameerpopulatie goed smaken, met een ecologische ramp als gevolg.
Men tracht de 'prinsvis' nu in sushi te verwerken, op dezelfde wijze als de eertijds overvloedige maar door de nieuwkomer gedecimeerde kroeskarper, namelijk gefermenteerd met zout en rijst.
Dit verhaal doet me gelijk denken aan de verdringing van de platte Zeeuwse oester door de Japanse creuse, sinds die daar na de strenge winter van 1963 werd geïntroduceerd door onwetende oesterkwekers.
Er bestaat een werkelijk geniaal boek over de logica van dit soort processen: Het Lied van de Dodo, door David Quammen. Kopen!
____________________
Er kwam een soort monster recht op hen af.
'Wat is dat?' vroeg Jelle verschrikt.
'Dat is een ufo' zei Lobke.
'Dat kan niet!' zei Jelle. 'Een ufo op zee!'
'Ik weet niet,' zei Lobke, 'maar toch is het een ufo.'
'Dat kan niet,' zei Jelle.
'Dat kan wel!'
'Dat kan niet!'
'Zie je nou, dat het een ufo is?' vroeg Lobke.
'Dat zie ik, maar het is wel heel vreemd,' zei Jelle.
Ondertussen was de ufo dichterbij gekomen.
'Hé, vriendjes!' riep een man vanuit de ufo. 'Naar Terschelling, is dat naar rechts of naar links?'
'Welk Terschelling?' vroeg Jelle.
'Wat bedoel je, welk Terschelling? Naar het eiland, welke koers is dat? vroeg de stuurman.
'Dat weten we niet,' zei Lobke, waarna zij opeens begon te huilen. 'Meneer,' snikte zij, 'neem ons alstublieft mee naar het eiland.
'Komen jullie dan zelf van het eiland?' vroeg de stuurman.
'Ja,' snikte Lobke, 'uit Hoorn.'
'Hoe zijn jullie hier beland?' zei de stuurman verbaasd.
'Dat komt door Jelle,' snikte Lobke, 'hij beloofde dat we naar Finland zouden gaan, maar toen kwamen we hier terecht.'
'Naar Vlieland... Vlieland... Wacht eens, Vlieland - dat ligt een eindje verderop, in de buurt van Holland,' zei de stuurman.
'Meneer,' griende Lobke weer, 'wilt u ons naar huis brengen?'
'Goed, goed,' zei de stuurman. 'Klim aan boord, ruimte genoeg. Alleen ligt Vlieland niet op deze hoogte, Vlieland ligt in de buurt van Holland.'
En zo gingen Jelle en Lobke met de ufo terug naar huis.
Vrij naar Danïïl Charms, Ik zat op het dak)
____________________
arbeidsvitaminezee
![]() | Bill Evans - How Deep Is The Ocean ? | ![]() |
![]() | ||
![]() | Found at skreemr.com | ![]() |
![]() | Otis Redding - (Sittin’ On) The Dock of the Bay | ![]() |
![]() | ||
![]() | Found at skreemr.com | ![]() |
![]() | Damien Rice - Cold Water | ![]() |
![]() | ||
![]() | Found at skreemr.com | ![]() |