20080923



Lepanto, Famagusta en Cervantes


Dag kindertjes. Hier spreekt weer jullie ome Chond (spreek uit: zeehond). Weten jullie wat dit is op het plaatje hierboven? Neen natuurlijk, want jullie weten helemaal niets meer, behalve de uitslag van de laatste zang- of danswedstrijd of de naam van de nicht van de neef van de slager van Jan Smit, maar dit terzijde. Het is een (in dit geval: Venetiaanse) galei, het belangrijkste oorlogsschip uit de antieke en middeleeuwse tijd, een hele grote roeiboot van zo'n meter of zestig lang met een stormram aan de boeg. De roeiers waren dikwijls veroordeelden of slaven en rotten letterlijk weg in hun eigen vuil op de banken waaraan ze zaten vastgeketend. Men zegt dat je een galei van een Barbarijse zeeschuimer op een afstand van drie mijlen kon ruiken, dus dan weet je wel hoezeer het stonk aan boord, maar dit tussen haakjes.
De laatste grote zeeslag tussen galeien vond plaats in 1571 bij Lepanto aan de westkust van Griekenland, dat al bij Thucidydes voorkomt onder de naam Naupaktis. (Wat? Neen, Thucidydes was geen zwijmelzanger uit de seventies, dat was Demis Roussos.) De strijd ging tussen het kruisbeeld en het kromzwaard, ofwel tussen een christelijke gelegenheidscoalitie van Genuezen, Venetianen en Spanjaarden, die overigens elkaars bloed wel konden drinken, en de Ottomanen, bij jullie beter bekend als vuile Turken. Die laatsten waren toen heel erg sterk en dreigden de macht in de Middellandse Zee over te nemen, met behulp van de eerder genoemde Barbarijse piraten, die opereerden vanaf de Noord-Afrikaanse kust en voor een groot deel afstamden van de in 1492 definitief uit Spanje verjaagde moslims. (Wat? Inderdaad, de voorouders van onze kut-Marokkanen, heel goed!). Zo hadden de Ottomanen vlak voor Lepanto Cyprus, een eeuwenoud christelijk bolwerk, veroverd, waaronder de rijke havenstad Famagusta aan de zuidoostkust, na een langdurige belegering die duizenden levens had geëist aan Ottomaanse kant. Uiteindelijk gaf de stad zich over, na toezeggingen van de Ottomaanse strijdheer over een veilige aftocht van haar verdedigers, die vervolgens werden opgehangen of, in het geval van de Venetiaanse opperbevelhebber Bragadino, ontdaan van neus en oren, gemarteld, vernederd en, uiteindelijk, levend gevild. (Wat? Wreed? 'Wij' christenen verdedigden Malta in ongeveer dezelfde periode door een vijandelijk flottielje te bombarderen met de afgehakte hoofden van krijgsgevangenen!)
Enfin, de slag bij Lepanto eindigde in een verpletterende overwinning voor 'onze jongens' en leidde in heel Europa tot een complete euforie. Er zijn duizenden gedichten en schilderijen aan de nagedachtenis van Lepanto gewijd. Vlak voordat de galeien op elkaar botsten, draaide de wind in 'ons' voordeel. Dit werd natuurlijk allerwegen geïnterpreteerd als een bewijs van de superioriteit van 'God' over 'Allah'. Neutrale historici hebben echter gewezen op de doorslaggevende rol van Venetiaanse galjassen, een zwaarbewapende hybride tussen de galei en het latere galjoen, die paniek zaaiden in de Ottomaanse linies.
Maar waarom vertel ik dit allemaal? Omdat het grootste boek aller tijden, namelijk Don Quichote door Miguel de Cervantes, nooit zou zijn geschreven zonder Lepanto. Dit kwam zo. Cervantes was gevlucht uit Madrid naar Italië, nadat hij werd gezocht voor zijn rol in een duel met een beschermeling van de Spaanse koning. Hij nam dienst in de 'Heilige Unie', vocht zeer dapper bij Lepanto, raakte gewond aan zijn linkerarm (die hij nooit meer goed kon gebruiken), herstelde en keerde overladen met eerbewijzen terug naar Spanje. Maar niet ver voor de kust van Barcelona werd zijn schip gekaapt door, jawel, Barbarijse zeerovers. Hij bracht jarenlang door in gevangenschap (gelukkig niet als galeislaaf), waar hij in gedachten de basis legde voor zijn latere meesterwerk.
Uiteraard zou Ome Chond Ome Chond niet zijn, indien hij jullie niet van huiswerk zou voorzien. Lees daarom hoofdstuk V uit A history of sea power, genaamd Venice and the Turks, dat jullie hier kunnen lezen of neerladen. (Wat? Jullie kunnen niet meer lezen? Geen nood, dan maken we er gewoon een leuke Joop-van-den-Endemusical van. Nu gaat Ome Chond zich bedrinken, goedenavond.)
____________________



156 zeemansknopen

Prachtig boek uit 1917 van A. Hyatt Verill, wetenschapsredacteur van 'American Boy Magazine', over de kunst van het knopen. Hier te bekijken of beneden te laden.
____________________






Creatieve bijdrage aan de oplossing van kinderobesitas

In de Stille Oceaan, tussen Californië en Japan, drijft een plastic vuilnisbelt ter grootte van half Europa. Zeevogels in dit gebied voeren kleine stukjes plastic aan hun jongen, in de veronderstelling dat het voedsel is. Het onverteerbare plastic vult de kleine vogelmaagjes, zodat ze hun eetlust verliezen en sterven. Onze 'leiders' zitten met de handen in het haar, niemand doet iets. Want stel dat je gaat opruimen, waar moet je dan in godesnaam met die miljoenen tonnen plastic naartoe?
Welnu, de oplossing is simpel. We weten dat er sprake is van een obesitas-explosie onder kinderen. We mengen het plastic-afval door hun junkfood, waardoor ze geen hongergevoel meer zullen hebben en afslanken. Veel goedkoper dan een maagverkleining en ook nog eens milieu-vriendelijk.
____________________



Wall Street meltdown

Wat vooral opvalt is het taalgebruik van de afgelopen weken: meltdown, toxic products.

Het maakt duidelijk waarmee de masters of the universe ons hebben opgezadeld: een financiëel Tsjernobyl. Een hebzuchtige en megalomane directeur van een kerncentrale die zijn personeel opdracht geeft om alle veiligheidsprocedures te negeren en het giftige afval, met een mooie strik eromheen, naar collega-energiecentrales door te verkopen: ziehier het type mens dat de Amerikaanse 'beschaving' produceert. En Nederland, vergeet dat niet, wordt inmiddels het Amerika van Europa genoemd.

[foto: een nucleair slachtoffer te Hiroshima. Bron]
____________________

20080615



Paddeltje, spreek uit: Peddeltje

Vrienden, het internet is een zegen. De digitale bibliotheek der Nederlandsche letteren, wat een plezier om daar op rond te neuzen. Je doet er ontdekking na ontdekking. Weet iemand nog wie Paddeltje is? Juist, de scheepsjongen van Michiel de Ruyter. Maar ik heb nooit geweten dat je zijn naam uitspreekt als Peddeltje. Toch is het zo, getuige onderstaande passage:

‘'t Is of die jongen aan het paddelen is’, schreeuwde een matroos, die bij de Engelschen gevaren had, het uit van den lach. Dat was nu wel niet juist gezegd, want Klaas pagaaide niet, maar werkte met allebei zijn handen en beenen op heel regelmatige wijze aan beide zijden van zijn korpus. Maar de matroos had voor dat gescharrel van die beweeglijke vleeschklompjes geen beter woord weten te bedenken, en allen hadden dat overgenomen. Voortaan moest Klaas hierheen en daarheen ‘paddelen’, en, omdat je aan boord dadelijk een bijnaam krijgt, hadden ze hem ‘het Paddeltje’ genoemd.

Nu luidt mijn brandende vraag: dient de naam Padde (een van de scheepsjongens van Bontekoe) soms ook te worden uitgesproken als Pedde?
____________________

20080610



Vijf oranje (zee)sterren

Ik verwachtte tegen de Italianen een slaapverwekkende partij met veel risicoloos tikkie-breed balbezit van de onzen en een bloedeloos gelijkspelletje na negentig minuten, maar wat een wedstrijd speelden de boys van van Basten! Het allermooiste was natuurlijk de 2-0 van Sneyder, met de opstomende Gio in de absolute hoofdrol. Een schoonheid van een counter! Als we zo kunnen blijven spelen vanuit de omschakeling (getverdemme, wat klinkt dit pedant), dan kan het nog een heel mooi toernooi worden. Ik hoop op een finale Nederland - Portugal, 3-2 na verlenging, winnende goal van Van Persie.
____________________

20080604



Boto bling bling

Onderzoekers van Projeto Boto hebben bij zoetwaterdolfijnen in het stroomgebied van de Amazone een complexe vorm van aangeleerd (cultureel) gedrag ontdekt. Om vrouwtjes het hof te maken duiken de mannetjes op met takken, stenen, waterplanten en/of hompen klei, slaan daarmee op het wateroppervlak, waarna ze zich weer langzaam laten zakken.
Een vergelijkbare vorm van socio-sexueel vertoon is verder alleen bij chimpansees waargenomen, zij het veel eenvoudiger van vorm. De oorsprong van het gedrag is vooralsnog onbekend, de hypothese dat de Botos teveel MTV hebben gekeken is inmiddels gefalsifiëerd. [bron]
____________________


20080603



Onverteerd braaksel van de zee

Holland, that scarce deserves the name of Land,
As but th'off-scouring of the Brittish Sand;
And so much Earth as was contributed
By English Pilots when they heav'd the Lead;
Or what by th' Oceans slow alluvion fell,
Of shipwrackt Cockle and the Muscle-shell;
This indigested vomit of the Sea
Fell to the Dutch by just Propriety.

Aldus begint het gedicht The Character of Holland van Andrew Marvell uit 1653, geschreven ten tijde van de eerste Engelse oorlog. De liefhebber kan de volledige tekst hier nalezen.

Als tegenwicht zou ik Willem Frederik Hermans willen citeren:

"Het zijn krijtwitte wezens, Britten genaamd, die, niet zelden door rood haar gedekt, een half-ondergelopen gebergte in de Noordzee bewonen, waar zij de naam Groot-Brittannië aan hebben gegeven.--- Ik haat dat volk."

"Al te goedhartige Michiel Adriaanszoon de Ruyter! In een blauwgeruite kiel! Grote wiel! Ga-ha-ha-ha-hanse dag! Had hij nog even doorgestoten, Londen in brand gestoken en de rest van de inwoners aan de Duitsers verkocht, de Europese beschaving zou zijn gered en zich over de wereld verspreid hebben in haar authentieke vorm, niet bij wijze van 'good breeding'. "

(W.F. Hermans, Monoloog van een Anglofoob, 1964)
____________________

20080527


(foto: het eiland Pico)

Pico, pruimen en de piloot van de Pinta

(Wat eraan vooraf ging: kapitein Slocum zeilt als eerste solo de wereld rond met de Spray, een opgelapte oesterschuit. Op het Azoreneiland Pico krijgt hij een vers, wit kaasje ten geschenke van de Amerikaanse consul-generaal dat hij, eenmaal weer buitengaats, soldaat maakt met een voorraadje pruimen. Hij wordt doodziek, raakt in een delirium en heeft dan een eerste ontmoeting met zijn beschermengel: de stuurman van de Pinta.)

“When I came to, as I thought, from my swoon, I realized that the sloop was plunging into a heavy sea, and looking out of the companionway, to my amazement I saw a tall man at the helm. His rigid hand, grasping the spokes of the wheel, held them as in a vise. One may imagine my astonishment. His rig was that of a foreign sailor, and the large red cap he wore was cockbilled over his left ear, and all was set off with shaggy black whiskers. He would have been taken for a pirate in any part of the world. While I gazed upon his threatening aspect I forgot the storm, and wondered if he had come to cut my throat. This he seemed to divine. "Senor," said he, doffing his cap, "I have come to do you no harm." And a smile, the faintest in the world, but still a smile, played on his face, which seemed not unkind when he spoke. "I have come to do you no harm. I have sailed free," he said, "but was never worse than a contrabandista. I am one of Columbus's crew," he continued. "I am the pilot of the Pinta come to aid you. Lie quiet, senor captain," he added, "and I will guide your ship to-night. You have a calentura, but you will be all right tomorrow." I thought what a very devil he was to carry sail. Again, as if he read my mind, he exclaimed: "Yonder is the Pinta ahead; we must overtake her. Give her sail; give her sail! Vale, vale, muy vale!" Biting off a large quid of black twist, he said: "You did wrong, captain, to mix cheese with plums. White cheese is never safe unless you know whence it comes. Quien sabe, it may have been from leche de Capra and becoming capricious...”

(Joshua Slocum, Sailing alone around the world, voor het eerst uitgegeven in 1900. Het boek is hier online te lezen. “Wie dit geen goed boek vindt verdient subiet verdronken te worden”, zo luidde het oordeel van een recensent bij verschijning.)
____________________

20080526



De zee volgens Derek Walcott

Aardig interview voor zeeminnenden met Derek Walcott op de geweldige nieuwe boekensite van NRC.

Over de Caraïbische zee:

„De zee wist de sporen van de geschiedenis telkens uit, alles wordt ermee bedekt. We dragen hier dan ook niet echt de sporen van de geschiedenis. Dat is een voordeel, hier kun je vergeten en dus: opnieuw beginnen. Jullie in Europa schrijven geschiedenis met een hoofdletter ‘G’ en plaatsen beelden die triomfen moeten verbeelden, maar dat is verstening van het verleden. Op de Caraïbische eilanden hebben we geen beelden. Op een klein eiland is geschiedenis veel meer een persoonlijke gebeurtenis: het gaat om liefde, dood, werk. Daardoor, maar vooral dankzij de zee, is er op de Caraïben alleen heden. And that is a good thing. Vergelijk het met kunst: het is helemaal niet slecht om kunst te maken zonder de last van de traditie. In Europa gebeurt dat niet. Als een op het heden gebaseerde houding in de maatschappij zou bestaan, zou dat verfrissend zijn.”

En over de vloek van het toerisme:

„Achilles is woedend omdat hij geen object van armoede wil zijn waar je een leuk vakantiekiekje van maakt – alsof je een souvenir te pakken hebt. Toeristen fotograferen armoede als een bezienswaardigheid, als amusement. Dat is al erg onbeleefd, maar wat nog erger is, is dat het toerisme knaagt aan de identiteit van het eiland omdat de bewoners en hun thuis in het teken van dienstverlening komen te staan. Zonder zich ervan bewust te zijn, vernietigen ze hun eigen tradities.
Het is voor de bewoners steeds moeilijker geworden om op het strand te komen, en dat terwijl de zee de kern van de Caraïbische identiteit vormt.”

(Het eiland op de foto is St Lucia, Walcotts geboorte-eiland)
____________________

20080519



Child of the open sea

You mustn’t swim till you’re six weeks old,
Or your head will be sunk by your heels;
And summer gales and Killer Whales
Are bad for baby seals.

Are bad for baby seals, dear rat,
As bad as bad can be;
But splash and grow strong,
And you can’t be wrong,
Child of the Open Sea!

(Rudyard Kipling, The white seal)
____________________




Seal Lullabye

Oh! hush thee, my baby, the night is behind us,
And black are the waters that sparkled so green.
The moon, o’er the combers, looks downward to find us
At rest in the hollows that rustle between.
Where billow meets billow, there soft be thy pillow;
Ah, weary wee flipperling, curl at thy ease!
The storm shall not wake thee, nor shark overtake thee,
Asleep in the arms of the slow-swinging seas.

(Rudyard Kipling, The white seal)
____________________


De Witte Zeehond

Gisteren heb ik op de grote Amsterdamse boekenmarkt (bis! bis!) een vertaling uit 1949 van Kipling’s The Junglebook op de kop getikt: Het Djungelboek. Ik dacht, gehersenspoeld door de tekenfilm, dat dit uitsluitend ging over Mowgli’s oerwoudbelevenissen. Tot mijn verrassing ontdekte ik echter het verhaal over Kotick, de witte zeehond, die op zoek gaat naar een eiland waar geen mensen komen, om aan de jaarlijkse slachting door pelsjagers te ontkomen. Prachtig!

____________________

20080507



Recht door Zee

Jan Keizer uit Volendam, de trommelvliesterrorist die met zijn Band Zonder Naam decennialang hersendodende geluidsgolven heeft geproduceerd à la de jodelmuziek uit Mars Attacks, heeft met enige ‘jongens’ de lokale partij Recht door Zee opgericht, zo vertelde hij onlangs in Dit was het Nieuws.

Zijn belangrijkste programmapunt bleek het verbieden van bussen op de ‘Dijk’ te zijn, opdat ‘de mensen’ kunnen genieten van een dieselvrij appeltaartje en een fijnstofloos kopje thee. Ook kwam Jan met een geniale oplossing voor het verkeersinfarct, namelijk het tripledeks maken (of de achtvoudige verbreding, daar wil ik af zijn) van het snelwegennet, want, zo had hij eigenogig waargenomen, vanuit de lucht zie je de wegen geeneens, zo weinig zijn het er.

Recht door Zee. Ik hoop dat onze knuffelcipier Rita Verdonk heeft gekeken, want Jan solliciteerde hier wel heel opzichtig naar de transportministersfunctie in het komende asfaltmaffiakabinet.

We gunnen Jan van harte een zacht plekje op het regeringspluche. Zolang hij maar niet weer gaat zingen.
____________________

20080423



Trots op Nederland

Volgens Joost Zwagerman mogen we de nazi’s niet overal aan de haren erbij slepen om het hedendaagse kwaad te duiden. Helemaal mee eens. Waarom altijd die reflex van het uitwijken naar de buren? Een beetje meer trots op Nederland graag. We hebben de holocaust helemaal niet nodig als moreel ijkpunt. Waar moerasmoffen toe in staat zijn blijke net zo goed uit:

“Het is nog niet lang geleden, dat ik een Neger levendig heb zien hangen aan een galg, en wel door de ribben, waar door men eerst door middel van een mes een opening gemaakt had, om er een yzeren haak, aan een ketting vast gemaakt, door te steken. De ongelukkige leefde op die manier drie daghen, met het hoofd en de voeten naar den grond hangende. Om het vuur, het welk hem inwendig verteerde, te verzagten, poogde hij de droppelen water, (het was in het regen-saisoen) die langs de kreuken van zyn ontvlamden borst droopen, met zyne tong op te vangen.

Ik heb een anderen Neger levendig zien vierendeelen. Vier sterke paarden trokken hem aan armen en beenen. Men duwde hem yzere nagels tusschen alle zyne voeten, en toonen, zonder de pyn hem de allerminste beweging deed maken. Om een glas brandewyn gevraagd hebbende , zeide hy, al gekscheerende , aan den beul, dat deeze er eerste van zoude proeven, uit vreeze van vergezen te worden. Vervolgens beval hy hem aan wel toe te zien, dat zyn paarden behoorlyk trekken zouden: en hy stond zyne verschrikkelijke straf door zonder een zucht te lozen.”

(John Gabriël Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana, Amsterdam, 1799.)
____________________



West-Indisch Alfabet

Africa, Beschermer, Compagnies Welvaren, Dolphijn, Eendragt, Fortuyn, Gezegend Zuikerriet, Haast u Langzaam, Indiaan, Jonge Willem, Kroonprins Pruisen, Lust & Vlijt, Middelburgs Welvaren, Nieuwe Hoop, Orangieboom, Publicola, Quinera, Roomse Keyser, Samaritaan,
Twee Jonge Joachims, Uylenbosch, Vrye Zee, West Indische Hoop, Xerxes, IJssel, Zeeberg.

(Namen van Hollandse slavenschepen. Bron: Johannes Menne Postma, The Dutch in the Atlantic Slave Trade 1600 - 1815, Cambridge, 1990.)
____________________

20080408


IJslollystokjes

Kapitein Rob vaart met vikingschip Mjöllnir - gemaakt van vijftien miljoen ijslollystokjes – van Urk naar Florida (Volkskrant, 3 april 2008). IJsreus Ola heeft zich teruggetrokken als sponsor uit twijfel over de veiligheid van het project. Risicomijdende lafbekken. Dat de hamer van Thor (Mjöllnir) hen treffe!
____________________



Costacrimineel

Vorige week overleed Pedro Zaragoza Orts, de vader van het Spaanse massatoerisme, onder wiens bezielende leiding Benidorm veranderde van een onbedorven kustplaatsje in een architectonische projectontwikkelaarsramp van bijbelse proporties. Een ware held van de getatoeëerde onderklasse. Moge hij, omringd door de gepiercete fine fleur van het Noord-Europese geestelijke lompenproletariaat, voor eeuwig branden op een vervuild kiezelstrandje in de hel.
____________________

20080310


Schipbreukelingen

Op het strand, met alleen het geluid van de golven en de wind, die hoog overwaaide als een niet-bestaand vliegtuig, gaf ik mij dan over aan een nieuw soort dromen—vormeloze, prettige dingen, indrukwekkende wonderen zonder beelden, zonder emoties, schoon als de hemel en het water en ruisend als kolken in de zee, die opbruisten van de bodem van een grote waarheid; in de verte een glinsterende blauwe vlakte die dichterbij groen werd met andere, vuile groentinten tussendoor, en na het stukslaan siste en in duizend mismaakte armen uitliep op bruinig zand met schoongeveegd schuim, alle brandingen in zich verenigend, elke terugkeer naar de oorspronkelijke vrijheid, alle goddelijke verlangens, alle herinneringen, zoals deze aan een eerdere staat, onbestemd en pijnloos of gelukkig, omdat hij goed of anders was, een belichaamd heimwee met een ziel van schuim, rust en dood, het alles of niets dat als een grote zee het eiland vol schipbreukelingen omringt dat het leven is.

(Fernando Pessoa, Boek der rusteloosheid)
____________________

20080307



Zoete stem der Noorsche zee

Ik haatte het ganse menselijke geslacht en den ragebol, waarop het rondkruipt en voortwoekert. De geest van het pessimisme steeg op uit de wateren der Noorsche zee, en zijn stem te vernemen was zoet. "Aanschouw om u heen en zie!" sprak hij. "Spits uwe ooren en hoor! Overal rondom u, zoo ver menschenoogen reiken, zoo scherp menschenooren luisteren niets dan: breken, branden, koken, loeien, huilen en te mortel slaan: niets dan afgrond en schuim. En temidden daarvan op onbehaaglijke wijze gehutseld te worden, dat noemt de mensch levensgenot!"

(H.W. van der Meij, Wandelingen in Noorwegen (1878))
____________________

20080306



Ik zal opgaan in de mist als iemand die vreemd is aan alles, een menselijk eiland, losgeraakt van de droom van de zee, een overtollig schip aan de oppervlakte van alles.

(Fernando Pessoa, Boek der rusteloosheid)
_____________________

20080223





Tentoonstelling: Wigerus Vitringa, dé Friese zeeschilder van de 17de eeuw

Waar? Fries Museum, Turfmarkt 11, Leeuwarden

Wanneer? 3 februari t/m 11 mei 2008

20080221


Zuidpoolexpeditie ontdekt nieuwe levensvormen

“Want vijftien centimeter van mijn rechterbeen vandaan bevond zich een groot gapend gat van een bek, en de binnenkant van die bek was zwart, de buitenlippen waren zwart, de hele nachtmerrie van een vis, als het een vis was, was slijmerig zwart. In de rand van de uitstekende onderkaak staken glimmende zwarte metselnagels, met de punt omhoog, allemaal verticaal, keurig op een rij, een mengeling van metselnagels van tweeënhalve centimeter, twee centimeter en een centimeter, wachtend. Daarboven, onder de teruggetrokken gebogen lijn van de bovenlip, die in het midden van de brede zwarte snuit was omgekruld tot een grauw, lag een bijbehorende verzameling metselnagels met de punt naar beneden te wachten. (...) En dit monsterlijke beest had overduidelijk maar één ding in zijn kop: het wilde éten. En het zag er volgens mij niet uit alsof het een kieskeurige eter was. Onderscheidingsvermogen, smaak, haute cuisine, nee, dat was niets voor hem. Volstrekt niet...”

(Redmond O’Hanlon, Storm)

____________________

20080220



Recept voor pelikaan in stookolie

Men neme de zeestraat van Kertsj, liggende tussen de Zwarte Zee en de Zee van Azov. Men sture tijdens de zware storm van 11 november 2007 een aantal wrakke tankers het zeegat uit, ondanks waarschuwingen van maritieme deskundigen. Men late aldus zeven schepen kelderen, waardoor 34.000 vogels (zwanen, meerkoeten, futen) benevens zeldzame Zwarte-Zeedolfijnen het loodje leggen. Men wachtte vervolgens op het voorjaar van 2008, waarin de pelikanen uit Afrika terugkeren. Men warme de temperatuur van het zeewater op door zonneschijn, waardoor de stookolie van de bodem loskomt. Klaar. Smakelijk eten.

(Met dank aan Michel Krielaars, Om de twintig meter een dode zwaan, NRC 20 februari 2008)
____________________




Squbad(r)iving

Het was in het allerholst van den nacht en twee grote volle maanvissen keken ons verwijtend aan.
‘Hoe hard d(r)iven wij nu?’ vroeg ik.
‘Zesennegentig,’ zei Adriaan en draaide achteloos het stuur drie keer rond.
‘Wáár d(r)iven)wij nu?’ vroeg ik.
‘Op 't IJ,’ zei Adriaan.
‘Amsterdam is een prachtig oud stadje,’ zei ik. ‘Het bezit een fraai nieuw muziektheater, met een monumentaal terras.’
‘Nee,’ zei ik, toen het lawaai had opgehouden, ‘het bezat een fraai muziektheater. Kijk nu toch eens wat je gedaan hebt! Je kunt toch niet met een auto dit monumentale terras op!’

(Vrij naar Leonard Huizinga, Adriaan & Olivier)

____________________

20080131



Surfing

And suddenly, out there where a big smoker lifts skyward, rising like a sea-god from out of the welter of spume and churning white, on the giddy, toppling, overhanging and downfalling, precarious crest appears the dark head of a man. Swiftly he rises through the rushing white. His black shoulders, his chest, his loins, his limbs--all is abruptly projected on one's vision. Where but the moment before was only the wide desolation and invincible roar, is now a man, erect, full-statured, not struggling frantically in that wild movement, not buried and crushed and buffeted by those mighty monsters, but standing above them all, calm and superb, poised on the giddy summit, his feet buried in the churning foam, the salt smoke rising to his knees, and all the rest of him in the free air and flashing sunlight, and he is flying through the air, flying forward, flying fast as the surge on which he stands. He is a Mercury--a brown Mercury. His heels are winged, and in them is the swiftness of the sea. In truth, from out of the sea he has leaped upon the back of the sea, and he is riding the sea that roars and bellows and cannot shake him from its back. But no frantic outreaching and balancing is his. He is impassive, motionless as a statue carved suddenly by some miracle out of the sea's depth from which he rose. And straight on toward shore he flies on his winged heels and the white crest of the breaker. There is a wild burst of foam, a long tumultuous rushing sound as the breaker falls futile and spent on the beach at your feet; and there, at your feet steps calmly ashore a Kanaka, burnt, golden and brown by the tropic sun. Several minutes ago he was a speck a quarter of a mile away. He has "bitted the bull-mouthed breaker" and ridden it in, and the pride in the feat shows in the carriage of his magnificent body as he glances for a moment carelessly at you who sit in the shade of the shore. He is a Kanaka--and more, he is a man, a member of the kingly species that has mastered matter and the brutes and lorded it over creation.

(Jack London, The cruise of the Snark)

___________________



Zeekoorts

Ik moet weer op zee gaan, een goed schip en in 't verschiet
Een ster om op aan te sturen, anders verlang ik niet.
Het rukken van 't wiel, 't gekraak van het hout, het zeil ertegen,
Als de dag aanbreekt over grauwe zee, door een mist van regen.

Want de roep van de rollende branding, brekende op de kust,
Dreunt diep in het land in mijn oren en laat mij nergens rust,
't Is stil hier, 'k verlang een stormdag, met witte jagende wolken
En hoogopspattend schuim en meeuwen om kronk'lende kolken.

Ik ben een gedoemde zwerver, waar moet ik anders heen?
Maar gelaten door de wind gaan, weg uit de stad van steen.
Geen vrouw, geen haard verwacht mij. Ik blijf ook liever zonder.
'k Heb genoeg aan een pijp op wacht en een glas in 't vooronder.

J. Slauerhoff

(op de foto de achttienjarige Jack Schultz, die in 1949 de Andes beklom, in een eigenhandig uitgehakte kano de Amazone afzakte, deze tot zeilboot ombouwde en naar Florida voer. Het schip heette: Sea Fever.)

____________________

arbeidsvitaminezee

Bill Evans - How Deep Is The Ocean ?
Found at skreemr.com
Otis Redding - (Sittin’ On) The Dock of the Bay
Found at skreemr.com
Damien Rice - Cold Water
Found at skreemr.com

Aguacinema