Onverteerd braaksel van de zee
Holland, that scarce deserves the name of Land,
As but th'off-scouring of the Brittish Sand;
And so much Earth as was contributed
By English Pilots when they heav'd the Lead;
Or what by th' Oceans slow alluvion fell,
Of shipwrackt Cockle and the Muscle-shell;
This indigested vomit of the Sea
Fell to the Dutch by just Propriety.
Aldus begint het gedicht The Character of Holland van Andrew Marvell uit 1653, geschreven ten tijde van de eerste Engelse oorlog. De liefhebber kan de volledige tekst hier nalezen.
Als tegenwicht zou ik Willem Frederik Hermans willen citeren:
"Het zijn krijtwitte wezens, Britten genaamd, die, niet zelden door rood haar gedekt, een half-ondergelopen gebergte in de Noordzee bewonen, waar zij de naam Groot-Brittannië aan hebben gegeven.--- Ik haat dat volk."
"Al te goedhartige Michiel Adriaanszoon de Ruyter! In een blauwgeruite kiel! Grote wiel! Ga-ha-ha-ha-hanse dag! Had hij nog even doorgestoten, Londen in brand gestoken en de rest van de inwoners aan de Duitsers verkocht, de Europese beschaving zou zijn gered en zich over de wereld verspreid hebben in haar authentieke vorm, niet bij wijze van 'good breeding'. "
(W.F. Hermans, Monoloog van een Anglofoob, 1964)
____________________
20080603
20080527
(foto: het eiland Pico)
Pico, pruimen en de piloot van de Pinta
(Wat eraan vooraf ging: kapitein Slocum zeilt als eerste solo de wereld rond met de Spray, een opgelapte oesterschuit. Op het Azoreneiland Pico krijgt hij een vers, wit kaasje ten geschenke van de Amerikaanse consul-generaal dat hij, eenmaal weer buitengaats, soldaat maakt met een voorraadje pruimen. Hij wordt doodziek, raakt in een delirium en heeft dan een eerste ontmoeting met zijn beschermengel: de stuurman van de Pinta.)
“When I came to, as I thought, from my swoon, I realized that the sloop was plunging into a heavy sea, and looking out of the companionway, to my amazement I saw a tall man at the helm. His rigid hand, grasping the spokes of the wheel, held them as in a vise. One may imagine my astonishment. His rig was that of a foreign sailor, and the large red cap he wore was cockbilled over his left ear, and all was set off with shaggy black whiskers. He would have been taken for a pirate in any part of the world. While I gazed upon his threatening aspect I forgot the storm, and wondered if he had come to cut my throat. This he seemed to divine. "Senor," said he, doffing his cap, "I have come to do you no harm." And a smile, the faintest in the world, but still a smile, played on his face, which seemed not unkind when he spoke. "I have come to do you no harm. I have sailed free," he said, "but was never worse than a contrabandista. I am one of
(Joshua Slocum, Sailing alone around the world, voor het eerst uitgegeven in 1900. Het boek is hier online te lezen. “Wie dit geen goed boek vindt verdient subiet verdronken te worden”, zo luidde het oordeel van een recensent bij verschijning.)
____________________
20080526
De zee volgens Derek Walcott
Aardig interview voor zeeminnenden met Derek Walcott op de geweldige nieuwe boekensite van NRC.
Over de Caraïbische zee:
„De zee wist de sporen van de geschiedenis telkens uit, alles wordt ermee bedekt. We dragen hier dan ook niet echt de sporen van de geschiedenis. Dat is een voordeel, hier kun je vergeten en dus: opnieuw beginnen. Jullie in Europa schrijven geschiedenis met een hoofdletter ‘G’ en plaatsen beelden die triomfen moeten verbeelden, maar dat is verstening van het verleden. Op de Caraïbische eilanden hebben we geen beelden. Op een klein eiland is geschiedenis veel meer een persoonlijke gebeurtenis: het gaat om liefde, dood, werk. Daardoor, maar vooral dankzij de zee, is er op de Caraïben alleen heden. And that is a good thing. Vergelijk het met kunst: het is helemaal niet slecht om kunst te maken zonder de last van de traditie. In Europa gebeurt dat niet. Als een op het heden gebaseerde houding in de maatschappij zou bestaan, zou dat verfrissend zijn.”
En over de vloek van het toerisme:
„Achilles is woedend omdat hij geen object van armoede wil zijn waar je een leuk vakantiekiekje van maakt – alsof je een souvenir te pakken hebt. Toeristen fotograferen armoede als een bezienswaardigheid, als amusement. Dat is al erg onbeleefd, maar wat nog erger is, is dat het toerisme knaagt aan de identiteit van het eiland omdat de bewoners en hun thuis in het teken van dienstverlening komen te staan. Zonder zich ervan bewust te zijn, vernietigen ze hun eigen tradities.
Het is voor de bewoners steeds moeilijker geworden om op het strand te komen, en dat terwijl de zee de kern van de Caraïbische identiteit vormt.”
(Het eiland op de foto is St Lucia, Walcotts geboorte-eiland)
____________________
20080519
Child of the open sea
You mustn’t swim till you’re six weeks old,
Or your head will be sunk by your heels;
And summer gales and Killer Whales
Are bad for baby seals.
Are bad for baby seals, dear rat,
As bad as bad can be;
But splash and grow strong,
And you can’t be wrong,
Child of the Open Sea!
(Rudyard Kipling, The white seal)
____________________
Seal Lullabye
Oh! hush thee, my baby, the night is behind us,
And black are the waters that sparkled so green.
The moon, o’er the combers, looks downward to find us
At rest in the hollows that rustle between.
Where billow meets billow, there soft be thy pillow;
Ah, weary wee flipperling, curl at thy ease!
The storm shall not wake thee, nor shark overtake thee,
Asleep in the arms of the slow-swinging seas.
(Rudyard Kipling, The white seal)
____________________
De Witte Zeehond
Gisteren heb ik op de grote Amsterdamse boekenmarkt (bis! bis!) een vertaling uit 1949 van Kipling’s The Junglebook op de kop getikt: Het Djungelboek. Ik dacht, gehersenspoeld door de tekenfilm, dat dit uitsluitend ging over Mowgli’s oerwoudbelevenissen. Tot mijn verrassing ontdekte ik echter het verhaal over Kotick, de witte zeehond, die op zoek gaat naar een eiland waar geen mensen komen, om aan de jaarlijkse slachting door pelsjagers te ontkomen. Prachtig!
____________________
20080507
Jan Keizer uit Volendam, de trommelvliesterrorist die met zijn Band Zonder Naam decennialang hersendodende geluidsgolven heeft geproduceerd à la de jodelmuziek uit Mars Attacks, heeft met enige ‘jongens’ de lokale partij Recht door Zee opgericht, zo vertelde hij onlangs in Dit was het Nieuws.
Zijn belangrijkste programmapunt bleek het verbieden van bussen op de ‘Dijk’ te zijn, opdat ‘de mensen’ kunnen genieten van een dieselvrij appeltaartje en een fijnstofloos kopje thee. Ook kwam Jan met een geniale oplossing voor het verkeersinfarct, namelijk het tripledeks maken (of de achtvoudige verbreding, daar wil ik af zijn) van het snelwegennet, want, zo had hij eigenogig waargenomen, vanuit de lucht zie je de wegen geeneens, zo weinig zijn het er.
Recht door Zee. Ik hoop dat onze knuffelcipier Rita Verdonk heeft gekeken, want Jan solliciteerde hier wel heel opzichtig naar de transportministersfunctie in het komende asfaltmaffiakabinet.
We gunnen Jan van harte een zacht plekje op het regeringspluche. Zolang hij maar niet weer gaat zingen.
____________________
20080423
Trots op Nederland
Volgens Joost Zwagerman mogen we de nazi’s niet overal aan de haren erbij slepen om het hedendaagse kwaad te duiden. Helemaal mee eens. Waarom altijd die reflex van het uitwijken naar de buren? Een beetje meer trots op Nederland graag. We hebben de holocaust helemaal niet nodig als moreel ijkpunt. Waar moerasmoffen toe in staat zijn blijke net zo goed uit:
“Het is nog niet lang geleden, dat ik een Neger levendig heb zien hangen aan een galg, en wel door de ribben, waar door men eerst door middel van een mes een opening gemaakt had, om er een yzeren haak, aan een ketting vast gemaakt, door te steken. De ongelukkige leefde op die manier drie daghen, met het hoofd en de voeten naar den grond hangende. Om het vuur, het welk hem inwendig verteerde, te verzagten, poogde hij de droppelen water, (het was in het regen-saisoen) die langs de kreuken van zyn ontvlamden borst droopen, met zyne tong op te vangen.
Ik heb een anderen Neger levendig zien vierendeelen. Vier sterke paarden trokken hem aan armen en beenen. Men duwde hem yzere nagels tusschen alle zyne voeten, en toonen, zonder de pyn hem de allerminste beweging deed maken. Om een glas brandewyn gevraagd hebbende , zeide hy, al gekscheerende , aan den beul, dat deeze er eerste van zoude proeven, uit vreeze van vergezen te worden. Vervolgens beval hy hem aan wel toe te zien, dat zyn paarden behoorlyk trekken zouden: en hy stond zyne verschrikkelijke straf door zonder een zucht te lozen.”
____________________
arbeidsvitaminezee
![]() | Bill Evans - How Deep Is The Ocean ? | ![]() |
![]() | ||
![]() | Found at skreemr.com | ![]() |
![]() | Otis Redding - (Sittin’ On) The Dock of the Bay | ![]() |
![]() | ||
![]() | Found at skreemr.com | ![]() |
![]() | Damien Rice - Cold Water | ![]() |
![]() | ||
![]() | Found at skreemr.com | ![]() |